

maart 2004
E N
T O E N ……… door Bram Borstlap – 84
jaar
Na de leuke stukjes die Arie
Hoogstad heeft geschreven mag ik proberen een en ander
te vertellen over de periode na 1944.
Even terugkijkend naar de oprichting van onze club: dat was in 1929 door
leerlingen van de Juliana Mulo, Velgersdijkstraat;de spelers waren toen 14/15
jaar
Ik werd supporter in 1930 toen de club in dat jaar werd
toegelaten in de competitie van de Christelijke Nederlandsche Voetbalbond,
ingedeeld in de reserve 3e klasse. Louter overwinningen in de dubbele
cijfers.
Officieel werd ik lid in 1944 toen ik werd gevraagd algemeen secretaris te
worden. Deze functie heb ik –met enkele jaren onderbreking- tot 1989 bekleed.
Inmiddels werd in 1934 een veld gehuurd van de heer Barendrecht (bijgenaamd
Witte Wouter). Met een lening van 2 vaders werd een bescheiden keet gekocht.
In 1944 werd ons veld onbespeelbaar doordat de Duitsers houten palen in de grond
plaatsten ter voorkoming van eventuele landingen van parachutisten.
Aan het eind van de oorlog hebben we er nog 1 wedstrijd
gespeeld en wel tegen een Canadees team, dat gestationeerd was in een
bewaarschool. Met het restant van de muziekvereniging “Crescendo”,
geposteerd op een oplegger, trok de stoet naar de Boerg.Vliet. Daar het terrein
niet van een afrastering was voorzien, konden we geen entree heffen; vandaar dat
we met weckflessen collecteerden, wat een aardig bedrag opleverde.
Noodgedwongen moesten we verhuizen
naar Varkenoord. Dat veroorzaakte een drama; er bleven nog 2 elftallen over. De
spelers trokken per fiets naar de uitwedstrijden, waaronder die in Strijen en
Numansdorp.
Na een bepaald competitiejaar stonden we op een
degradatieplaats. Dankzij een foefje van de toenmalige competitieleider, de
vader van Gerard van der Meijde werd alsnog (vraag me niet hoe) een
degradatieduel vastgesteld en dat wonnen we !
Na die beroerde tijd verhuisden we naar het sportcomplex aan de Schulpweg. Heel
ongezellige kleedgebouwen, ingericht in onderkomens van de Duitsers. Warm water
was alleen mogelijk via geysers maar dan moester er wel penningen ingestopt
worden. Hoewel er in die tijd een behoorlijke belangstelling was, leverde het
onze club geen cent op; het entreegeld ging naar het Bureau voor de Lichamelijke
Oefening van Rotterdam en de kantine was verpacht aan de heer Klaassen (en daar
is hij beslist niet slecht mee uitgekomen!) We hadden geen vergaderruimte, dus
wat te doen. Aan de Ebehaëzerstraat werd er een winkelpandje gehuurd, met
daarachter enkele woonkamers. Daar moesten het bestuur, de elftalcommissie en de
jeugdcommissie alles regelen. Toch werden we een van de grootste Zaterdagclubs
van Rotterdam met 12 senior-, 13 juniorelftallen plus teams gevormd uit 140
aspiranten.
Ik herinner me nog een aardig voorval uit die tijd (de heer van Peenen, huidig
voorzitter van Heerjansdam kwam er bij zijn eerste bezoek aan de Dijk nog op
terug). Ons team moest op bezoek bij Heerjansdam; bij winst van de thuisclub zou
dat team kampioen worden; de muziekvereniging stond gereed; helaas voor hen, wij
wonnen…….. Dag muziek. Ons eerste werd enkele malen kampioen; eenmaal na een
uitwedstrijd tegen Leiden. Het thuisfront was volop in spanning. Teruggekeerd
aan de Schulpweg stond de muziek weer gereed, geladen op een oplegger. Gevolgd
door ca. 50 auto’s trok de stoet over Charlois. Het jaar daarop volgde
degradatie……
Natuurlijk verlangden we naar een eigen complex. Daarom werd een intensieve
campagne gevoerd met het Bureau voor de Lichamelijke Opvoeding. Heel uitgebreide
overzichten van speeltijden, die andere verenigingen hadden die op een eigen
complex speelden. Sommige van onze lagere elftallen speelden hun
thuiswedstrijden aan de Abraham van Stolkweg of op Laag Zestienhoven.
Tot drie maal toe ontvingen wij een brief,
ondertekend door de directeur de heer Piet Burik, dat we op korte termijn
een complex zouden krijgen.
Jawel, die korte termijn werd realiteit in 1969 toen we de beschikkling kregen
over ons huidige onderkomen (dus circa 20 jaar zeuren, praten, smeken !!)
Een goed geslaagde obligatielening onder de leden, een
groot bedrag dat we verdienden door zelfwerkzaamheid van onze leden (elk uur
bracht 10 gulden op) en dankzij het krijgen van kortingen op de door ons
aangekochte onderdelen, hielpen ons het financiële plaatje aardig rond te
krijgen.
In 1970 droeg de bouw- en financiële commissie het gebouw over aan het bestuur.
De kantine, de bestuurskamer etc.werd ons eigendom en de kleedkamers huurden we
van de gemeente – een aantal jaar geleden werden deze ook door ons aangekocht.
Vergeleken met die tijd is er heel wat verfraaid; de
kantine werd vergroot, er kwamen nieuwe
bestuurs- en commissiekamers. Nog later werd er een stuk aangebouwd waar nu de
kleedkamers 1 en 2 zijn, alsmede het domein van onze verzorgers, terwijl ook de
toiletgroep een mooie renovatie onderging. Natuurlijk kunnen we hierop erg trots
zijn.
Een tweede belangrijk feit was in 1951 de strijd om de KNVB-beker. Wat nog nooit
bereikt was, lukte nu. Ons eerste haalde de halve eindstrijd met een
beslissingswedstrijd tegen W.F.V uit Zwolle. Daarover later meer. Een derde
gebeurtenis had ook in 1951 plaats, een sportuitwisseling met de Deense
voetbalclub “Rodvre”, spelend in een voorstad van Kopenhagen. Het werd een
heel geslaagde trip, met grote gastvrijheid en enkele heel aardige wedstrijden.
Een jaar later volgde een TOG-reis naar Zwitserland en
Oostenrijk(zonder wedstrijden) en in 1953 een dito trip naar Italië.
Succesvol, maar ook op een ander manier: die drie trips leverden ook 4 echtparen
op, n.l. Cor van der Pols startte iets moois met Jopie Prins, Aad Prins vond er
zijn Bep, Gijs Blom zijn Janny en ik werd een paar met mijn Frederiek ! Geen
slecht resultaat dus.
Een week later kwamen onze Deense vrienden en vriendinnen naar Charlois. Evenals
in Denemarken de gasten ondergebracht bij de gezinnen van onze deelnemers aan de
reis naar Denemarken.
In die tijd (1951) waren dergelijke uitwisselingen een hoge uitzondering.
Vandaar dat we het aardig konden spelen. TOG regelde wedstrijden voor onze
Deense gasten met “Hercules”(nu RVVH), Noordwijk en Huizen.
Voorwaarden: Een ontvangst op de respectievelijke raadhuizen (was ons in
Denemarken ook overkomen), een lunch en fl. 400,- vergoeding. Van dat geld werd
onze gasten een diner in een restaurant aangeboden, dus hoefden de Charloisse
gastvrouwen geen warme maaltijd te serveren.
Een groot sportfeest op het oude CVV terrein aan de
Klaverstraat besloot het bezoek.
Terugkomend op die halve eindstrijd om de KNVB beker. Deze wedstrijd was door de
KNVB vastgesteld op de dag dat wij uit Denemarken terugkeerden Ondanks onze
dringende verzoeken deze te mogen uitstellen, lukte dat niet.
Op het overnachtingsadres op de terugreis in Duitsland, werd erop gehamerd
die avond niet op stap te gaan. Waarschijnlijk zonder
succes……
Er vertrokken 7 volle bussen met leden
en supporters uit Charlois naar Veenendaal om daar de bus uit Denemarken te
begroeten.
Helaas werd het geen beste wedstrijd. Op een gegeven moment
liep de reservekeeper van ons –wijlen Arend Janssens- als middenvoor te
spelen. Een gemiste kans om een keer de eindstrijd te bereiken.
In dit verslagje moet ik zeker niet vergeten, de uitstekend geslaagde viering
van ons zestigjarig bestaan, te vermelden. Fantastisch ! Inmiddels zit onze club
alweer 33 jaar aan de Charloisse Lagedijk . Met enige trots mogen we onze
tegenstanders op ons fraaie, gezellige complex, met de leuke tribune en intiem
door de aanwezigheid van zoveel groen, verwelkomen. De prijzende woorden van de
voorzitter van District II van de KNVB op de officiële receptie getuigden van
de goede naam die onze vereniging heeft. Laat het zo blijven.
Nu nog een goed parkeerterrein en een goed trainingsveld, dan mogen we met ons
75-jarig bestaan niet ontevreden zijn. Nee, nog een hoogtepunt in onze
clubhistorie: de prachtige beslissingswedstrijd tegen Sparta Nijkerk in 2002.
Nu stop ik – de tekst is lang genoeg. Dank U !
Bram Borstlap
De jubileumcommissie wil Bram
graag bedanken voor deze geleverde
bijdrage en neemt een petje af voor zijn herinneringsvermogen.