Van de jubileum-commissie

Wij hebben een aantal oud-leden gevraagd hun gedachten over de historie van onze club op papier te zetten. De komende tijd zal Arie Hoogstad (erelid van onze vereniging, oud-speler van eerste elftal en oud-voorzitter en nu 82 jaar oud) iets schrijven over de periode vanaf de oprichting tot na de W.O.II. Hieronder begint zijn relaas:

Waar is de tijd gebleven! afl. 1   -   2  -   3   -   4   -   5   -    6

Ik neem aan dat U -en zeker de ouderen onder ons- deze kreet meerdere malen hebben geslaakt en/of hebben moeten aanhoren. In de loop van een gesprek of bij het aanhoren van een historisch overzicht, werd en wordt vaak nog steeds deze aan de boezem ontsnapte zucht van verlichting aan de publiciteit prijs gegeven. Er wil dan veelal mee worden aangegeven dat van verwondering sprake is en misschien klinkt er dan wel een dankbare ondertoon doorheen.

Wie had er in 1929 bij de oprichting van ons aller TOG maar bij benadering kunnen veronderstellen dat straks in 2004 dat " jongenscluppie"  van destijds tot een hoofdklasser in het zaterdag-voetbal zou gedijen, die beslist nog niet is uitgegroeid. Maar laat ik niet te hard van stapel lopen en beginnen bij het begin waarmee begonnen moet worden.

De bakermat van TOG, de plaats dus waar de geboorte plaatsvond en de eerste groeistuipjes zich voltrokken, is zonder enige twijfel de Julianaschool, terug te vinden in de onmiddellijke nabijheid van het tegenwoordige Maastunnelplein, toen Velgersdijkstraat geheten.
Een voortreffelijke plek om aan alle voorwaarden voor een voorspoedige geboorte te kunnen voldoen. Hoe kon het nog beter: de Julianaschool stond min of meer op een eiland, d.w.z. de school was omgeven door grote stukken grond, die vrij toegankelijk waren en daar.... U raadt het al, werd voor en na schooltijd naar hartelust het nobele voetbalspel beoefend, aanvankelijk klas tegen klas, maar al snel was een volgende fase school tegen school.
Met de afmetingen van het speelveld nam men het niet zo nauw. Er werd aanvankelijk zonder doelpalen gespeeld. De ruimte waartussen gescoord moest worden werd aangegeven door twee hopen jassen of iets dergelijks, dus een schot op de paal kwam niet voor en het laat zich raden: er ontstond nog al eens verschil van mening of de bal nou tegen de denkbeeldige staander was gekomen, dan wel in de doelmond was verdwenen.

TOG vond men een juiste naam (Tot Ons Genoegen) en jaloerse lieden spraken dan smalend over (Tot Ondergang Gedoemd). Een feit is echter dat al die doemdenkers gelukkig geen grond onder de voeten hebben gekregen. In dit verband moet ik nog vaak denken aan de destijds gehoorde versregels:
"Kom aan T.O.G. je blijft bestaan
al zal het wel eens moeilijk gaan,
het voetbalspel te spelen
maar dan eerlijk en fier
dat doen we voor ons plezier"

Na verloop van enige tijd besloot men wat meer cachet aan de club te geven. Wilde men een klein beetje onder de mensen komen, dan moest worden voldaan aan de minimale eisen van de oppervlakte van een speelveld, dat bovendien voorzien was van echte doelpalen. Aan netten werd even niet gedacht.
De mogelijkheid deed zich voor gebruik te maken van een opgespoten Gebied aan de Waalhaven/Sluisjesdijk): clubs als S.H. Olympia, De Condors en Roda waren toentertijd bekende namen.

Behalve de hoekvlaggen, werden er na iedere wedstrijd de doelpalen uit de grond gehaald en opgeborgen, jawel U leest het goed.! Kleedruimte was er thuis genoeg, dus werd daar het voetbaltenue onder de dagelijkse plunje aangetrokken om ter plaatse voor de wedstrijd te worden uitgedaan. Douchen of verfrissen na de wedstrijd gebeurde natuurlijk weer thuis of in de nabij gelegen Waalhaven, meer dan genoeg water!

Het laat zich verstaan, dat naarmate de "jongetjes"  in de puberteitsjaren kwamen, het verlangen naar meer, een immer groeiende progressie in de resultaten, een natuurlijk verloop volgde, wat zich manifesteerde in... -U mag een keer raden- ...zouden we misschien met wat financiële steun niet eens een eigen "home" kunnen gaan realiseren?

Ondertussen was er in de "ledenraad" overleg geweest over het clubkostuum. Hoe zou het sporttenue er uit moeten gaan zien? Al spoedig was men het er over eens dat ook de toekomstverwachting tot uitdrukking moest worden gebracht in de clubkleuren en aangezien " groen"  de kleur van de hoop is, werd gekozen voor een groen shirt met witte manchetten en een witte broek; om het geheel te completeren, werd gekozen voor groene kousen met witte boorden en om deze kleur nog maar even vast te houden: het werd de tegenstander van toen vaak " groen"  voor ogen.

Maar terug naar de ondernemende jongetjes van eertijds. Er werd uitgekeken naar een locatie die geschikt was of zou kunnen worden voor de beoefening van de nobele voetbalsport en dat viel best tegen. In het in 1885 door de gemeente Rotterdam geannexeerde dorp Charlois was in het begin van de dertiger jaren de woningbouw behoorlijk van de grond gekomen.

Uiteindelijk viel het oog op een stukje weiland aan het eind van de "goudkust" , achteraan de Boergoensevliet, dus ingeklemd tussen de Talingstraat en de Kromme Zandweg (zo genoemd de "goudkust"  omdat de villa's die daar de omgeving sierden, bewoond werden door de notabelen van Rotterdam-Charlois). Om u nog beter te kunnen oriënteren: waar voorheen de Jacob Juchschool was gevestigd.

Over de verdere ontwikkelingen die daarna plaatsvonden, m.a.w. hoe de verdere groei van de inmiddels aardig uit de kluiten geschoten jongeling zich voltrok, zal ik bij een volgende uitgave van de weekbrief uit de doeken doen.

2e aflevering

terug